Nummer 1: zelfstandig medium in gemêleerd medialandschap
Sinds 1984 ploft tijdschrift Nummer 1 tien keer per jaar netjes bij u op de mat. Vraagt u zich weleens af, terwijl u door het magazine bladert, hoe het eigenlijk tot stand komt? Wie zich allemaal voor en achter de schermen inzetten om acquisitie, tekst, fotografie, vormgeving, druk, techniek, distributie en bezorging samen te laten vloeien tot een mooi product? Het is in elk geval hard werken en beslist geen sinecure, zoals u hieronder kunt lezen. De voldoening als weer een nieuwe editie van de persen rolt, is echter groot.
Familiebedrijf met korte lijnen
Maandelijks, met uitzondering van de zomermaand augustus en de wintermaand februari, vinden 150 duizend exemplaren van Nummer 1 hun weg naar zo’n 450 duizend lezers. Van Mook tot Eijsden en zelfs over de landsgrens in Belgisch-Limburg. Maar voor het zover is, hebben pakweg vijftien gedreven medewerkers hun aandeel gehad in de totstandkoming van Limburgs grootste familieblad en nog eens een tiental op het gebied van drukwerk en distributie. Partner Business Post en een netwerk van bezorgers geven het laatste zetje. De distributie wordt verzorgd door DV Media met zijn netwerk van bezorgers in Noord- en Midden-Limburg en de Westelijke Mijnstreek. De bezorging in de regio’s Maastricht-Heuvelland en Parkstad wordt uitgevoerd door Business Post. De uitgever van Nummer 1 is John Vranken, oprichter en verantwoordelijk voor de exploitatie. ‘Mijn leven lang bijna houd ik me bezig met acquisitie, het werven van adverteerders en andere geïnteresseerden voor het magazine. Gedurende al die jaren heb ik een aanzienlijk netwerk opgebouwd en veel mensen weten te overtuigen van het succes van Nummer 1. Dat doe ik nog steeds met groot enthousiasme. Inmiddels word ik geruime tijd bijgestaan door dochter Daniëlle, die zich ontfermt over de commerciële afdeling en de marketingtechnische facetten, en oudste zoon Dave, die de distributie en het grafische gedeelte voor zijn rekening neemt. Jongste zoon Quincy is verantwoordelijk voor de boekhouding. Kortom, een familiebedrijf met korte lijnen. Alle redacteuren en fotografen zijn zelfstandig en participeren op freelancebasis. De diverse columnisten leveren geheel vrijwillig en pro Deo hun bijdrage.’
Tweehonderd kilometer papier
Elke uitgave van Nummer 1 komt zorgvuldig tot stand, met telkens aandacht voor een correcte balans tussen commercie en redactie. ‘We hechten veel waarde aan een persoonlijke aanpak. Redacteuren en fotografen komen bij de adverteerders en overige geïnterviewde personen over de vloer. Ik prevaleer te allen tijde een fysieke ontmoeting boven een obligaat telefoontje. Lijkt me niet meer dan logisch. Dat wordt dan ook zeer op prijs gesteld.’ Pas als alle betrokkenen akkoord gaan met de inhoud en opmaak van een artikel, dan stuurt de vormgever de definitieve versie via de digitale snelweg naar de drukkerij, Moderna in Paal-Beringen. Daar ontfermt Erik Saelmans zich over het drukproces. Dave Vranken: ‘Zoals ik met één muisklik het volledige bestand verzend, zo zet de afdeling CTP van Moderna ook met een enkele druk op de knop het drukproces in werking, dat vervolgens nauwgezet wordt bewaakt.’ Maar liefst zeventien reusachtige rollen papier met een gewicht van elk vijftienhonderd kilogram zijn nodig om een volledige uitgave van het tijdschrift om te zetten van digitaal bestand naar hardcopy. In totaal omvatten de 150 duizend exemplaren tweehonderd kilometer aan papier, de afstand tussen het kantoor van Nummer 1 in Buchten en Amsterdam.
Distributie en aftersales
Als de drukpersen eenmaal zwijgen, komt de voorlaatste schakel in het proces in beeld: de distributie. Dat vergt overigens een accurate logistieke planning. De stapels Nummer 1 dienen immers naar honderd verdeelpunten door de hele provincie te worden gedistribueerd. Daar vullen de bezorgers hun fietstassen met het magazine. Waar tot en met 2020 de bezorging contractueel via de dagbladbezorgers van De Limburger plaatsvond, gebeurt dat met ingang van editie 366 via een eigen netwerk van bezorgers van DV Media (Noord- en Midden-Limburg en de Westelijke Mijnstreek) en onze nieuwe partner Business Post (regio’s Parkstad en Maastricht-Heuvelland). Zij zijn de laatst verantwoordelijken die ervoor zorgen dat u op het afgesproken tijdstip Nummer 1 kunt openslaan. Mocht er tijdens die laatste schakel onverhoopt iets misgaan, verzekert John Vranken, dan wordt het tijdschrift vanzelfsprekend zo spoedig mogelijk nabezorgd. ‘Niets dan lof aan het adres van de bezorgers. Daniëlle en ik ontfermen ons ten slotte over de aftersales. We willen vanzelfsprekend graag weten hoe groot de respons is na elke editie. En die stemt nog immer tot tevredenheid.’
Volledig zelfstandig
‘Nummer 1 is een zelfstandig tijdschrift’, legt John Vranken uit, ‘dat zonder enige vorm van subsidie wordt gerealiseerd, in tegenstelling tot veel overige media. We verschenen van 1984 tot en met 2020, 365 edities lang, als exclusief tijdschrift bij de regionale krant. Behalve een samenwerking ten aanzien van de distributie en bezorging, was er geen sprake van inmenging van Mediahuis Limburg, waartoe het dagblad behoort, of van de redactie van de krant. Inmiddels hebben we afscheid genomen van Mediahuis Limburg. De splitsing kwam op een voorspelbaar moment. De directie van De Limburger had reeds aangekondigd de samenwerkingsovereenkomst op te zeggen, wij maakten ons al langere tijd zorgen om de dalende abonneecijfers. Zoals we in 1984 zijn begonnen, als een familiemagazine met een groot provinciaal bereik, zo vervolgen we onze weg in het medialandschap. Alleen nu volledig zelfstandig, zonder geraakt te worden door een slinkende printoplage én met de mogelijkheid om eveneens niet-abonnees van de krant te bereiken. We zijn reeds decennialang een gewaardeerd product in een gemêleerd medialandschap, juist omdat we maken waar we goed in zijn: een fysiek familiemagazine, gericht op 150 duizend huishoudens, ondersteund door een digitale variant. Met als leidraad: wonen, werken en leven in Nederlands- en Belgisch-Limburg.’