Wonderdokter voor een hele regio
Fons Bovens is scheidend directeur van de GGD in Zuid-Limburg. Na drieëndertig jaar werken voor de GGD, spreekt hij over de zwaarste klus waarvoor hij werd gesteld. En dat was niet COVID. De GGD is de belangrijkste adviseur voor de gemeenten op het gebied van gezondheid. De gezondheidszorg staat voor een immense opgave: hoe de gezondheid van Zuid-Limburgers beter krijgen.
Door Jos Benders, arts-redacteur
Inmiddels is een stevig netwerk gebouwd. Samenwerken is een essentiële voorwaarde, weet Bovens, zoiets gaat niet vanzelf. De GGD helpt, net als bij de COVID-19-bestrijding, om die samenwerking te organiseren. Er is een naam voor: Team Zuid-Limburg. ‘We moeten de krachten bundelen, de opgave is er groot genoeg voor.’ Intussen zijn de eerste resultaten merkbaar.
U was jarenlang een van de drijvende krachten om de gezondheidsachterstanden in Zuid-Limburg weg te werken. Op welk moment werd u gewaar dat het fout zat in de regio Zuid-Limburg?
‘Dat is gegroeid in de drieëndertig jaren die ik voor de GGD heb gewerkt. We constateerden dat we in Zuid-Limburg in alle lijstjes van kenmerken van gezondheid slechter scoorden dan de rest van Nederland. Daarnaast zijn er grote verschillen tussen groepen in onze regio, gezondheid is dus ongelijk verdeeld. We adviseerden gemeenten in te zetten op preventie zoals het bevorderen van een betere leefstijl. Tien jaar geleden kwamen we tot de conclusie dat we niet ambitieus genoeg waren, dat het niet van alleen gaat. Gelukkig sprong de provincie toen ook bij.’
Het leidde naar een onderzoek dat Maria Jansen naar De Limburg Factor heeft uitgevoerd, binnen uw GGD. Welke invloed hebben de resultaten van haar onderzoek gehad?
‘We vonden aanknopingspunten voor een verklaring van die achterstanden, maar vooral ook voor een aanpak. Het inzicht dat factoren als het wegvallen van werkgelegenheid tot een toenemende inactiviteit en verlies aan zingeving leidt, geeft aan dat werkgelegenheid en onderwijs van groot belang zijn bij de aanpak. Het gegeven dat deze achterstanden al over meerdere generaties standhouden, gaf ons de overtuiging om een trendbreuk te forceren met een generatieaanpak. Dus focussen op de jongste generatie en deze aanpak langer dan gewoonlijk volhouden.’
Trendbreuk Zuid-Limburg was geboren. Heeft die lading de missie kunnen waarmaken?
‘Ook al zijn we nog onderweg en raken we pas over jaren uit de rode cijfers, ik heb de overtuiging dat de aanpak werkt. Omdat onze ambitie en aanpak door veel partners in het onderwijs en de gezondheidszorg worden onderschreven en overgenomen. Ook het programma in Heerlen-Noord is bijvoorbeeld gebaseerd op diezelfde principes. Trendbreuk betekende het startpunt van een inniger samenwerking tussen de zorg en het sociaal domein, welke inmiddels heeft geresulteerd in de totstandkoming van een regionale coalitie van de zestien gemeenten, zorgverzekeraars CZ en VGZ, Burgerkracht en de zorg- en welzijnsaanbieders in Zuid-Limburg. De bedoeling van de Trendbreuk-aanpak is dat we meer gezondere Zuid-Limburgers krijgen. Dat, dan weer, zal uiteindelijk een gunstig effect hebben op het zorggebruik. Intussen heten we samen Team Zuid-Limburg.’
Wat betekent dat voor de inwoners, zeg de lezers van dit blad?
‘De inwoners zullen merken dat er nóg meer aandacht komt voor gezondheid, zoals nu al op scholen en op de werkplek. Maar ook dat in wijken intensiever zal worden samengewerkt tussen organisaties, zoals huisartsen, zorginstellingen, woningcorporaties en gemeenten. En vergeet vooral niet het stimuleren van initiatieven van inwoners zelf om hun eigen situatie te verbeteren. Een voorbeeld is samen wandelen of een groentetuin aanleggen voor een gezonde maaltijd. In Eijsden wordt dat bijvoorbeeld georganiseerd door bewoners in het sociaal centrum.’
Dat roept ook de onvermijdelijke vraag op: waar en wanneer is het zo misgegaan in Zuid-Limburg?
‘We hebben het tij niet meegehad in deze regio, het wegvallen van de industrie en werkgelegenheid is een belangrijke factor geweest. We hebben ons onvoldoende kunnen aanpassen met beleid dat specifiek gericht is op de problematiek in dit deel van Nederland. De vraag of we hiervan geleerd hebben, is eigenlijk veel interessanter. Ik heb vertrouwen in de organisaties in Zuid-Limburg dat ze met antwoorden komen en ik heb nog meer vertrouwen in de Zuid-Limburgers. We moeten elkaar helpen en stimuleren om het beter te hebben.’
Bij uw afscheid kreeg u een pluim van de zorgverzekeraars. Met CZ heeft u het meest samengewerkt. Hoe beviel het u als directeur GGD om met die andere sector samen te werken? En hoe lukte het de doelstellingen parallel te krijgen?
‘Dat lukte vooral vanuit de overtuiging dat we andere sectoren nodig hebben om onze gezondheidsachterstanden weg te werken, door de opgave centraal te stellen. Gezondheid raakt ook bestaanszekerheid, brede welvaart en een gezonde en veilige leefomgeving. Zuid-Limburg is een ideale regio voor een integrale aanpak. Zorgverzekeraars en gemeenten zijn belangrijke spelers, maar ik zou willen dat werkgevers, inwoners en maatschappelijke organisaties een stevig verbond sluiten om ze te adviseren en te helpen een passend beleid voor Zuid-Limburg te realiseren.’
Misschien is dit wel uw laatste interview onder de rokken van de GGD. Het laatste woord is daarom aan u.
‘De GGD Zuid-Limburg heeft zich ontwikkeld als een professionele organisatie die flexibel is en kan bijdragen aan het organiseren van de aanpak van grote opgaven. Ik hoop dat ze in staat wordt gesteld om dat langjarig vol te houden.’