Raymond Meijs kan weer genieten van wielrennen
De jubileumeditie van de Volta NXT Classic heeft voor ex-beroepswielrenner Raymond Meijs (57) een speciale betekenis. Liefst vier keer kwam hij in het verleden als winnaar over de eindstreep van de wedstrijd die jarenlang onder de naam Hel van het Mergelland verreden werd. Deze keer is hij in de Volta NXT Classic als speciale gast van koersdirecteur Roy Packbier aanwezig in Eijsden.
Door PETER VAN DE BERG
Raymond Meijs kan het parcours van de Volta NXT Classic dromen. Als wielrenner werkte hij op de omloop door de Zuid-Limburgse heuvels en de Belgische Voerstreek steevast zijn trainingskilometers af. Het geaccidenteerde gebied ligt hem na aan het hart. Met vier overtuigende zeges is hij nog steeds recordhouder in de koers die toe is aan de vijftigste uitgave. Liefst drie keer kwam hij op de kasseien in de Eijsdense Diepstraat solo over de finish. Zijn naam staat voor altijd tussen winnaars en bekende profs als Stefan Küng, Jan Tratnik, Arnaud De Lie en Kaden Groves, om er maar eens een paar te noemen. ‘Een leuk rijtje’, zegt Raymond Meijs, geboren en getogen in Valkenburg en inmiddels al jarenlang woonachtig in Hulsberg. ‘In mijn tijd was het nog de Hel van het Mergelland. Ik heb het altijd een van de mooiste klassiekers gevonden. Die koers lag mij gewoon geweldig. Op de heuveltjes voelde ik me vaak super. Vroeg in april kon het echter ook slecht weer zijn. Barre omstandigheden maakten voor mij niets uit. Daar had ik ook geen moeite mee. Ik trainde dagelijks op het parcours en kon me helemaal focussen op dat soort koersen. Roy Packbier heeft me uitgenodigd om als vip aanwezig te zijn. Je ziet dan toch weer eens veel oude bekenden.’
Regenboogtrui
In zijn huis hangt de regenboogtrui, die hij in 1985 bij het wereldkampioenschap op de weg voor junioren in het Duitse Stuttgart veroverde, prominent ingelijst aan de muur. Meijs onderstreepte in dat jaar zijn grote talent door naast de winst van de WK-titel ook Nederlands kampioen te worden en het eindklassement van de aansprekende Dusika Jugend Tour in Oostenrijk te winnen. De zege in Stuttgart - de Italiaan Mario Cipollini werd vierde en groeide later als sprintkanon uit tot een van de beste wielrenners ter wereld - is op de kop af veertig jaar geleden. ‘Het is nog steeds het hoogtepunt uit mijn carrière. Ik kwam alleen aan met meer dan een minuut voorsprong. Mijn ex-vrouw Tanja en dochter Mardou hebben de trui enkele jaren geleden laten inlijsten. Ik ben er nu trots op. Ik weet nog dat ik het tricot en de gouden medaille ooit uitgeleend heb aan zanger Frans Croonenberg. Toen was het Nederlands kampioenschap in Gulpen en hij had mijn regenboogtrui tentoongesteld in de etalage van zijn winkel. Ik was het alweer helemaal vergeten tot hij een paar maanden later belde. “Raymond, ik heb je trui nog”. Uiteindelijk heeft het shirt daarna nog lang bij mij in de kast gelegen, nu hangt het zichtbaar aan de wand in de woonkamer. Als ik er naar kijk, kan ik mijn prestatie van toen steeds meer waarderen. Ik ben van 1993 tot 2001 beroepsrenner geweest. Ik kijk tevreden terug op mijn loopbaan maar besef wel dat ik er wellicht meer had kunnen uithalen. In 1992 had ik de mogelijkheid om naar de Carrera-ploeg te gaan, destijds het team van Claudio Chiappucci. Ik heb dat niet gedaan omdat ik me veel te jong voelde om alleen in een flatje in Italië te gaan wonen. Ik sprak de taal ook niet. Achteraf is dat de grootste fout als wielrenner geweest. Ik heb er veel spijt van. Carrera was toen immers een van de grote namen in het peloton.’
Tegenzin
Nadat hij in 2001 definitief van de racefiets stapte, heeft Raymond Meijs de wielersport lange tijd gemeden. ‘Ik had er helemaal genoeg van. Vooral op het laatste jaar bij het Duitse Team Cologne kijk ik met weinig plezier terug. Dat kwam met name door ploegleider Dieter Koslar. Ik heb toen vaak met tegenzin gereden. Hij meende dat hij over iedereen de baas was, terwijl ik vind dat je mensen met respect moet behandelen. Dat heb ik van mijn moeder geleerd. Ik was helemaal op de wielerwereld uitgekeken.’ Dat gevoel werd voor Meijs nog eens extra benadrukt toen hij het als wegkapitein bij Team Cologne opnam voor zijn collega’s en in de bres sprong om meer salaris voor hen af te dwingen. Hij was zelfs bereid om daarvoor een deel van zijn eigen gage in te leveren. ‘Een jaar later was ik zelf op zoek naar een nieuwe ploeg. Een aantal van de jongens waar ik voor was opgekomen, hadden ondertussen ook een ander team gevonden. Toen ik vroeg of ze een goed woordje voor me konden doen bij hun nieuwe werkgevers, gaf niemand thuis. Ik voelde me enorm in de steek gelaten. Had mijn neus helemaal vol van het wielrennen en de mentaliteit eromheen.’
Depressie
De sport die hem alleen maar plezier gebracht had, zorgde opeens voor veel afkeer. Alsof dat nog niet voldoende was, kwam de voormalige beroepsrenner ook nog eens in een diepe depressie terecht. Dat resulteerde in 2015 zelfs in een tragisch dieptepunt toen Meijs een poging deed om uit het leven te stappen. Tanja, toen nog zijn partner, vond hem net op tijd. Meijs lag twee weken in coma. Een lang hersteltraject met bezoeken aan de psycholoog volgde. Onverwerkte trauma’s uit zijn jeugd brachten Meijs tot zijn daad. Maar hij knokte zich wonderbaarlijk terug. ‘Ik ben uit een heel zwarte periode langzaam weer omhoog gekropen. Ik heb een tweede kans gekregen. Die heb ik niet alleen met beide handen maar met mijn hele lichaam aangepakt. Daar ben ik nu ontzettend blij om. Ook voor mijn kinderen Mardou en Koen. Ik ben er in geslaagd om het verleden achter me te laten. Ik kijk met mijn nieuwe vriendin Jill positief naar de toekomst en het gaat goed met me.’
Trainingsfeest
Dat komt ook tot uiting in de onderneming die hij samen met zijn ex-vrouw Tanja heeft. ‘We zijn al heel lang zakenpartners. Voor onze landelijke opdrachtgevers pakken we bulkproducten, zoals bijvoorbeeld schroeven en moertjes, in kleine verkoopbare verpakkingen voor winkels in. Die gaan dan naar bouwmarkten in heel Europa. We werken ook voor Talpa door hun tijdschriften in folie in te pakken. Het is allemaal handwerk. We geven mensen met een arbeidsbeperking een kans in ons bedrijf. Vorig jaar zijn we nog naar een groot, nieuw pand in Nuth verhuisd.’
Inmiddels is hij ook weer regelmatig op de koers te zien. ‘Sowieso bij de Volta NXT Classic en de Amstel Gold Race. Ik volg de verrichtingen van Mathieu van der Poel intensief. In de tijd van Tulip Computers in 1992 heb ik nog met zijn vader Adrie gereden. Dat was ook al zo’n trainingsbeest. Hij kon enorm afzien. Mathieu is op dat vlak een regelrechte kopie van hem. In februari van dit jaar ben ik met Patrick Harings, die zelf ook gefietst heeft, naar het WK veldrijden in Frankrijk geweest. Dan sta ik gewoon te genieten van het enthousiasme van alle supporters. Ik heb jaren geleden een nieuw frame gekocht. Dat heb ik nog steeds niet opgebouwd met onderdelen. Ik ging na het werk liever een uurtje joggen. Die racefiets moet ik toch maar eens in elkaar zetten om zelf weer eens de weg op te gaan. Ik heb wel weer zin om te fietsen.’