Kies een categorie
Zoeken binnen exclusief
terug naar overzicht

Alle categorieën

Klaar voor revanche

Klaar voor revanche

‘Ik sluit een break zoals Dumoulin deed ook bij mezelf niet uit’

Stiekem rekenden ze zich al rijk. De Nederlandse wielerploeg Jumbo-Visma zou vorig jaar met de Sloveense kopman Primož Rogli? de Tour de France gaan winnen. De afsluitende tijdrit naar La Planche des Belles Filles was de laatste hindernis en de voorsprong van 57 seconden op youngster Tadej Poga?ar leek een veilige marge. Dat bleek een dure en faliekante misrekening.

Tekst en fotografie Raymond Kerckhoffs

Een vrijwel zekere Tour de France-zege verspelen is niet niks. Herman Van Springel heeft het na zijn nederlaag in 1968 tegen Jan Janssen jaren gekost om daarover heen te komen. En ook Laurent Fignon heeft het eigenlijk nooit kunnen verwerken hoe Greg LeMond hem in 1989 met acht seconden op de Champs-Élysées alsnog onttroonde. Het verlies van Rogli? kan ook in die orde worden geplaatst.

Binnen Jumbo-Visma was iedereen verbaasd hoe snel hun Sloveense kopman zich over deze grote nederlaag heen zette. Een etmaal nadat Rogli? le maillot jaune verspeelde, hield hij in de Nederlandse ambassade in Parijs voor de hele ploeg een speech waarmee hij bij iedereen uit het team respect afdwong. Rogli? baalde vooral voor zijn ploegmaten, die wekenlang voor hem op kop hadden gereden. En alle coaches en personeelsleden die alles hadden gedaan om hem in de perfect positie voor de laatste beproeving af te zetten. ‘Er waren zoveel mensen die een aandeel in mijn gele trui hadden’, kijkt hij terug naar die bewuste zaterdag. ‘Wanneer ik het geel dan op de voorlaatste dag verspeel, dan verspeel ik ook het vele werk van al die personen. Ik ben degene die het moet doen, maar eigenlijk is het een prestatie van ons allemaal. Een zege van mij is een zege voor de ploeg. En als ik verlies, dan is dat een nederlaag voor de ploeg. Daar voelde ik me schuldig over.’

Hoelang bleef de teleurstelling in je lichaam zitten?
‘Eigenlijk viel dat wel mee. De eerste dagen was ik met mijn familie. Dat zorgde voor genoeg afleiding. Al baalde ik natuurlijk wel. Ik moest halverwege die week alweer naar Imola voor het WK tijdrijden en het WK op de weg. Daardoor werd ik verplicht om mijn zinnen te verzetten. Dat was wel goed. Dan stap je sneller over die teleurstelling heen en begin je alweer aan je volgende doel. Ik heb me vrij snel gericht op het WK, Luik-Bastenaken-Luik en de Vuelta a España. Tijd om te treuren was er dus nauwelijks. Misschien is dat wel het goede van wielrennen. Er volgt altijd weer heel snel een nieuwe wedstrijd. Je kunt heel snel nieuwe doelen stellen.’

Normaal ben je een van de betere tijdrijders van het peloton. Daarom was de verrassing ook zo groot dat je op dat terrein de gele trui verspeelde.
‘Ik ben geen echte tijdrijder. Ik zet af en toe wel een goed resultaat tegen de klok neer, maar ik ben zeker geen specialist. Ik kan leven met het niveau dat ik in deze discipline haal. Poga?ar was die dag van een andere orde. Hij was op die dag bijna twee minuten sneller dan ik en haalde wattages die ik nog nooit heb gehaald.’

Is je honger om de Tour te winnen na de nederlaag van vorig jaar nog groter geworden?
‘De wedstrijden die je niet gewonnen hebt, maken je hongerig om dat doel in de toekomst wel te bereiken. En ook de tegenstanders die je verslagen hebben, zorgen ervoor dat je nog harder gaat werken om tegen hen op te boksen. Dat is een gevoel waar ik wel van hou. Dit jaar zal het niveau nog hoger liggen dan vorig jaar. Er zijn veel nieuwe talenten bij gekomen, terwijl de gevestigde orde ook haar grenzen verlegt.’

Vorig jaar was Tom Dumoulin een van je belangrijkste helpers in de Tour. Ga je hem missen in de komende Ronde van Frankrijk?
‘Renners van het kaliber van Tom Dumoulin zijn er niet veel. Als je hem in goeden doen aan je zijde hebt, is dat zeker een meerwaarde. Voor mij is het belangrijkste dat Tom gelukkig is. Toen hij in januari bekendmaakte om een break in zijn carrière in te lassen, heb ik al direct gezegd dat ik hem in elke keuze steun. Het gaat om zijn geluk. We hebben in de tussentijd geregeld contact gehad via de app. Ik vond het jammer dat ik hem bij de Amstel Gold Race ben misgelopen. Al heb ik hem sinds januari niet meer echt gesproken. Hij is een heel aardige gast, maar ik ben niet een van de vrienden die het dichtst bij hem staat. Ook voor degenen die naast hem staan, was zijn besluit in januari nog een verrassing. Als het genoeg is, is het genoeg. Iedereen heeft het recht om die beslissing te nemen. Inmiddels heeft hij besloten om terug te keren en vol voor de tijdrit op de Olympische Spelen te gaan. Ik ben blij dat hij het geluk op de fiets heeft teruggevonden.’

Kan jij je voorstellen dat je zelf een beslissing neemt om tijdelijk je loopbaan te onderbreken?
‘Ja, wij moeten als profwielrenners altijd onze limieten opzoeken. Dat vergt heel veel van je. Als je dan het gevoel krijgt dat je dat niet meer krijgt opgebracht, dan kun je ineens ook heel snel aan een tijdelijke break of zelfs stoppen denken. Ik sluit zoiets bij mezelf niet uit.’

De wielersport wordt steeds stressvoller en met alle hoogtestages ook mentaal zwaarder. Ervaar jij dat ook zo?
‘Als ik de verhalen van oud-renners over hun tijd hoor, dan moet ik wel concluderen dat wij het een stuk zwaarder hebben. In het verleden had een wielrenner veel meer vrijheden. Ze gingen bijvoorbeeld voor het plezier naar de Tour Down Under. Dat was voor velen gewoon een mooie trip. Ze reden de koers, maar dat kon nog op een relaxte manier. Na de finish hadden ze nog de energie en tijd voor een leuke avond. Het was een heel ontspannen manier om het seizoen te beginnen. Tegenwoordig wordt er overal gekoerst op het hoogste niveau. Ben je nu niet honderd procent, dan word je zelfs in de Tour Down Under eraf gereden. Nergens koers je meer voor de fun. Het niveau ligt zo hoog, omdat het peloton in de breedte zoveel sterker is geworden. Iedereen weet hoe ze moeten trainen, is continue met de ideale voeding bezig en bereidt zich professioneel op elke wedstrijd voor. Het wielrennen is veranderd en daardoor veel serieuzer geworden. Ik denk dat die evolutie de komende jaren nog verder gaat.’

Dat betekent dat de strijd aan de top alleen maar spannender wordt. Zeker nu er een nieuwe generatie is waarvan Egan Bernal op zijn tweeëntwintigste en Tadej Poga?ar als eenentwintigjarige al de Tour hebben gewonnen.
‘Ik ben pas serieus gaan fietsen op mijn drieëntwintigste. De laatste twee Tour de France-winnaars hadden voor die leeftijd hun grote zege al binnen. Dat is dus een wereld van verschil. Ondanks mijn eenendertig jaar voel ik me tegenover die gasten niet oud. Ik zit ook pas tien jaar serieus op de fiets. Wat mij betreft, kan ik nog jaren vooruitkijken. Daarom zoek ik in het peloton ook graag Alejandro Valverde op. Hij is eenenveertig jaar geworden dit jaar tijdens Luik-Bastenaken-Luik. Ik zeg altijd tegen hem: “Alejandro, jij bent mijn idool. Jij bent mijn leraar hoe ik mijn carrière nog jaren kan doortrekken”. Als ik dat zeg, dan begint hij altijd te lachen. Of ik het zolang ga volhouden? Dat weten we niet. Nog twee jaar? Misschien vijf jaar? Zolang ik er nog plezier in heb, kan ik dit opbrengen. Maar het is een zware sport hè. Daarom kijk ik niet te ver vooruit.’

Resultaten

250 resultaten

Nummer 1 Leden Inlog

U kunt hieronder inloggen om deel te nemen aan onze lezersacties.

E-mail adres  
Wachtwoord  

Wachtwoord vergeten?
Maak een nummer1 account aan