Kies een categorie
Zoeken binnen exclusief
terug naar overzicht

Alle categorieën

John Vranken Vrijbuiter met voorliefde voor voetbal en media

John Vranken Vrijbuiter met voorliefde voor voetbal en media

John Vranken is al decennialang actief als ondernemer. Hij geeft ruim veertig jaar Nummer 1 uit. Op sportief gebied behaalde hij vele successen als voetbaltrainer. Nog steeds volgt hij de ontwikkelingen in het medialandschap en de voetbalwereld op de voet.

Door ONZE REDACTIE

Het is geen straf om naar John Vranken te luisteren. Als hij op zijn praatstoel zit, schudt de uitgever van tijdschrift Nummer 1 de anekdotes met gevoel voor humor speels uit zijn mouw. Vermakelijk, ondeugend, scherp en leerzaam. Hij is van alle markten thuis. Het zou wat dat betreft niet veel moeite kosten om een boek te vullen over zijn leven, waar zijn twee grote passies - voetbal en media - als een rode draad doorheen lopen.
De ondernemer is ondanks zijn leeftijd van achtenzeventig jaar nog steeds een druk baasje. Een half jaar geleden vierde Nummer 1 het veertigjarig bestaan met de vierhonderdste uitgave van het familiemagazine. Maar die bijzondere mijlpaal is voor Vranken geen ijkpunt geweest om het daarna rustiger aan te gaan doen.

En hoewel zijn dochter Daniëlle en zonen Dave en Quincy het familiebedrijf bewaken, gaat er geen dag voorbij zonder dat vader John bij de totstandkoming van weer een nieuwe uitgave betrokken is. Hij volgt de ontwikkelingen in het medialandschap op de voet. Ook de toestand in de sportwereld ontgaat hem niet.

Erelijst

Voetbaldier Vranken staat weliswaar al jaren niet meer actief langs de lijn als coach, met een fraaie erelijst aan sportieve prestaties heeft hij zijn sporen in het Limburgse amateurvoetbal in een carrière van vijfendertig jaar ruimschoots verdiend. Met tien kampioenschappen bracht hij clubs vanuit de afdelingscompetitie naar de hoofdklasse KNVB en groeide daarmee uit tot een van de succesvolste voetbaltrainers van onze provincie. John Vranken schopte het in 2004 zelfs tot hoofd technische zaken bij betaaldvoetbalclub MVV. In het Maastrichtse stadion De Geusselt is hij na zijn afscheid in 2007 nog regelmatig aanwezig bij wedstrijden als toeschouwer. Hij houdt niet alleen de verrichtingen van de spelers op de grasmat scherp in de gaten, maar bekijkt alles wat er in en rondom het stadion gebeurt met een commerciële blik. ‘Commercieel denken doe ik al mijn hele leven. Wat dat betreft, hebben de mediawereld en het betaald voetbal veel raakvlakken. Tijdens de pauze van een wedstrijd blijf ik vaak op de tribune zitten. Ik kijk naar het aantal toeschouwers dat aanwezig is. Hoe wordt er omgegaan met reclame-uitingen? Zijn er veel sponsors te zien? Wordt het stadion commercieel optimaal benut? Op het gemak maak ik dan voor mezelf een analyse. Uiteindelijk draait toch alles om de muntjes, het geld dat binnengehaald wordt. Kijk naar de Keuken Kampioen Divisie. Om een beetje mee te draaien, heb je eigenlijk bij elk thuisduel tienduizend toeschouwers nodig. Dat levert dan aan seizoenkaarten een kleine drie miljoen euro op. De topclubs uit de KKD genereren wellicht een miljoen euro aan omzet uit seizoenkaarten. In combinatie met andere commerciële inkomsten is het dan echter vrijwel onmogelijk om een competitief elftal op de been te brengen dat kan strijden om de prijzen.

Kampioenwaardig

Hij kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn tijd bij MVV. ‘In 2004 was er sportief niks meer over en in 2007 hadden we met spelers als Haastrup, Tobiasen, Van Boxtel, Vermast, Thiebaut en Gomez een team dat kampioenwaardig was. Iedereen die boven MVV eindigt, doet mee om de prijzen, heb ik toen vaak gezegd. En die mening heb ik nog steeds. Als in dat seizoen Jo Bonfrère en Rob Delahaye als trainersduo voor de groep gestaan hadden, waren we gepromoveerd. Daarvan ben ik overtuigd.’

Met zijn decennialange ervaring als ondernemer denkt Vranken dat het er voor veel betaaldvoetbalorganisaties de komende jaren niet makkelijker op wordt. ‘Om optimaal rendement te halen als club, is een enorm nationaal commercieel netwerk onontbeerlijk. Een stadion moet uitstraling hebben en met de tijd zijn meegegaan.

Vernoem tribunes naar je vedetten. Kijk bijvoorbeeld naar ijstempel Thialf in Heerenveen. Daar worden de schaatsiconen uit het verleden in naam geëerd. Dat spreekt aan bij het publiek. Ik vind dat je altijd de bevolking erbij moet betrekken. Waar zie je tegenwoordig in het voetbal nog een mooi programmablaadje? Het is op veel plekken verdwenen. En het heeft ook weinig zin om je club toe te vertrouwen aan een rijke Chinees of andere buitenlandse investeerder, want dat loopt ook vaak niet goed af.’ Wat dat betreft, kijkt hij met bewondering terug op een bezoek aan de Duitse recordkampioen Bayern München in 2010. ‘Het was in de periode van Louis van Gaal en Andries Jonker. Die laatste kende ik nog uit zijn tijd als trainer bij MVV. Hij had bij Bayern de verantwoordelijkheid over het tweede elftal dat niet goed draaide. Ze waren op zoek naar een spits en Jonker wilde weten of ik een geschikte aanvaller kende. Ik ben er toen geweest met Harrie Gommans. Die transfer is uiteindelijk niet doorgegaan, maar ik heb toen wel even in de keuken van Bayern München mogen kijken. Dat was indrukwekkend en het mooiste dat ik in mijn sportieve carrière heb meegemaakt. Alles was daar zó goed gestructureerd. Het ideale plaatje. En de club is eigendom van alles. Daar zijn het niet de investeerders of sponsors die het voor het zeggen hebben. Een mooie ervaring om dat van dichtbij te zien.’

Hekel

In het voetbal heeft John Vranken een hekel aan de drie a’s: afwachtend, achteruit en afgrijselijk. ‘Voetbal moet attractief zijn. Ik zie steeds meer het Italiaanse catenacciosysteem. Daar ben ik geen voorstander van. Iemand als Johan Cruijff gaf op zijn eigen manier invulling aan de a’s. En hij had er maar twee nodig: aanvallen en afmaken. Daar draait het om. Het publiek moet vermaakt worden.’

De twee a’s van Johan Cruijff heeft Vranken meegenomen in zijn leven als uitgever van Nummer 1. De eerste stappen in de mediawereld zette hij opvallend via zijn werk bij de vakbond NCHP, de Nederlandse Centrale van Hoger Personeel. ‘Ik deed daar de communicatie. Ze hadden ook een tijdschrift. Ik regelde bijna alles, van de advertenties tot de drukker. Dat beviel me prima.

Toen ze een kantoor in Houten kregen, moest ik een keuze maken. Verhuizen naar de omgeving van Utrecht zag ik niet zitten. Ik was te verknocht aan Limburg. Maar ik had de smaak van het uitgeven van een eigen blad wel te pakken. Dat werd in 1982 Limburg Sport, twee jaar later is Nummer 1 gestart.’

Als kind uit een schippersfamilie leek het logisch dat Vranken ook op de binnenvaart terecht zou komen. Hij is uiteindelijk een heel andere kant opgegaan. ‘Ik was toch wel voorbestemd om ondernemer te worden. Een vrijbuiter met een zeer uitgesproken mening. Dat heb ik op kostschool geleerd. Doelen stellen voor jezelf en ze ook uitvoeren. In de mediawereld heb ik niet anders gedaan.’

Cruciaal

De recente digitale ontwikkelingen in het medialandschap alsmede de strijd om het behoud van abonnees en de gunst van de lezer volgt Vranken op de voet. ‘We staan voor een cruciale fase. Alle grote Europese uitgevers op het gebied van kranten en tijdschriften zijn op zoek naar nieuwe verdienmodellen omdat de printoplages zienderogen afnemen. De digitale distributie - bijna volledig in handen van de Amerikaanse techbedrijven - wordt heel belangrijk en in mijn ogen het verdienmodel van de toekomst. Blijft die gratis of moeten we daar ook voor gaan betalen? Hoe dan ook moet de journalistiek als waakhond van de maatschappij onafhankelijk blijven. Ik zou me kunnen voorstellen dat er een digitale krant komt onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten met financiële steun van de overheid. Die zou dan voor iedereen gratis toegankelijk moeten zijn.’

Onlangs uitte theaterproducent Joop van den Ende in een paginagrote krantenadvertentie in landelijke kranten ook zijn zorgen over de toekomst. Hij ziet de topmannen van Meta (Zuckerberg), Amazon (Bezos) en X (Musk) als gevaar. Ze manipuleren met hun platforms verkiezingen, misbruiken hun kennis van ons digitale gedrag en vervuilen bewust hun informatiekanalen met complottheorieën en leugens, stelt Van den Ende. Hij houdt een pleidooi om het publieke omroepbestel te beschermen zodat journalisten hun controlerende werk kunnen blijven doen. John Vranken is het daar volledig mee eens. ‘We moeten heel alert blijven. De digitale weg zijn we met Nummer 1 al een hele tijd geleden ingeslagen. Ons familiemagazine is al veertig jaar een begrip in Limburg, zowel in print als online.’

Resultaten

285 resultaten

Nummer 1 Leden Inlog

U kunt hieronder inloggen om deel te nemen aan onze lezersacties.

E-mail adres  
Wachtwoord  

Wachtwoord vergeten?
Maak een nummer1 account aan