Hybride ablatie geeft het hart weer regelmaat
Ruim een op de vier Nederlanders hee? of krijgt last van hartritmestoornissen door te veel elektrische prikkels in en rond het hart: dit heet boezemfi brilleren. De gevolgen zijn niet zelden invaliderend: ernstig conditieverlies, chronische vermoeidheid, hartfalen en zelfs een herseninfarct. Het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+ boekt met hybride ablatie, na meer dan tien jaar ervaring, uitstekende resultaten. De hybride benadering wordt nu ook toegepast bij jongere patiënten met moeilijk behandelbare snelle hartritmes.
Door JOS CORTENRAAD | Fotografie PAUL ROUS
Ablatie. Een routine-ingreep die dagdagelijks in veel Nederlandse ziekenhuizen wordt uitgevoerd bij patiënten met boezem? brilleren. De cardioloog brengt een katheter via de liesader naar de boezems van het hart en brandt dan wel vriest op cruciale plekken littekens in het weefsel om het teveel aan elektrische impulsen af te remmen. Het resultaat is direct meeten voelbaar. Het te snelle hartritme normaliseert en een paar dagen later voelt de patiënt zich weer prima. ‘Klopt helemaal’, zegt Justin Luermans, cardioloog in het Maastricht UMC+ en gespecialiseerd in ablatie. ‘Probleem is echter dat de stoornissen vaak weer terugkeren. Soms al na een paar maanden slaat het hart weer op hol. En dus wordt de patiënt opnieuw moe en futloos. Logisch, omdat het hart permanent het tempo heeft alsof je aan het hardlopen bent. Bovendien stijgt bij boezem? brilleren de kans op hartfalen en is de kans op een herseninfarct groter omdat er sneller bloedklontertjes ontstaan.’
Samenwerking
Een of meerdere herhalingen van de behandeling in combinatie met medicijnen was tot voor een aantal jaren geleden de enige optie. Reden voor het Hart+Vaat Centrum van het Maastricht UMC+, internationaal erkend als een van de expertisecentra, om een betere en duurzamere behandeling te zoeken. Met de hybride ablatie als klinkend resultaat. ‘Een ingreep waar cardiologie en hartchirurgie intensief samenwerken’, legt Bart Maesen uit, thoraxchirurg in Maastricht. ‘Ik benader het hart via een kijkoperatie aan de buitenkant om de noodzakelijke littekens in het weefsel te maken, waarna mijn collega Justin Luermans langs de binnenkant van het hart het weefsel verder kan behandelen. Een beetje oneerbiedig misschien, maar ik vergelijk het wel eens met een stuk vlees op de barbecue dat je dan van twee kanten kunt bakken. Samen hebben we ook veel meer zicht op het hart en de aders, uit alle hoeken, binnen- en buitenkant. We zien eventuele afwijkingen en kunnen veel méér dan bij een katheterablatie alleen.’
Klachtenvrij
Ruim tien jaar geleden werd de hybride ablatie voor het eerst aangeboden in Maastricht. Nu komen elke week patiënten uit heel Nederland naar het MUMC+ voor het teamwork van de chirurgen en cardiologen. De resultaten zijn spectaculair, vertelt Justin Luermans. ‘Na de hybride ablatie blijft bijna negentig procent van de patiënten klachtenvrij gedurende het eerste jaar. Natuurlijk is het wel een meer gecompliceerde ingreep van enkele uren waarna patiënten toch een dag of vijf in het ziekenhuis blijven en een maand of vier moeten revalideren. Het is per slot van rekening een hartoperatie, ook al is die door de kijktechniek niet erg invasief. Maar de gezondheidswinst is enorm en we onderzoeken nog of de kosten op de langere termijn ook lager zijn bij de hybride dan bij de traditionele ablatie, omdat deze laatste vaak herhaald moet worden en het resultaat minder duurzaam is.’
Beste optie
Bart Maesen: ‘We zien het aantal patiënten met boezem-? brilleren alleen maar toenemen. De oorzaken zijn divers: diabetes, hoge bloeddruk, slaapapneu. Maar ook roken, overgewicht en alcoholgebruik. De hybride vorm van ablatie is met name een goede optie bij patiënten met hardnekkige hartritmestoornissen. Helaas krijgen de meeste patiënten niet meteen de optie voor de hybride ingreep. Vaak worden eerst medicijnen voorgeschreven en wordt dan de gewone ablatie een of meerdere keren gedaan. Gelukkig zien veel cardiologen nu ook het succes van de hybride benadering en verwijzen ze naar Maastricht. Wij bespreken dan de opties met de patiënt. Overigens komt niet iedereen zomaar in aanmerking voor de hybride ablatie. We stellen voor iedere kandidaat een uitgebreid schema op met goede voorbereiding en revalidatie. Een gezonde leefstijl met bewegen hoort daar ook bij. We zien dan ook de beste resultaten.’
Maastricht
Bart Maesen heeft geneeskunde gestudeerd in zijn geboorteland België maar is gespecialiseerd in Maastricht, terwijl Justin Luermans geneeskunde studeerde in Maastricht en is gespecialiseerd in Nieuwegein. Beide artsen werken nu samen in Maastricht en zien meer mogelijkheden voor hybride ablatie. Een nieuwe doelgroep is jonge patiënten, voornamelijk vrouwen, vertelt Justin. ‘Als cardioloog zie ik vrouwen van rond de twintig of nog jonger die een veel te snel hartritme hebben. Heel naar, want het tast hun energieniveau aan. Ze kunnen vaak niet studeren of werken, niet aan hun toekomst bouwen. Inmiddels hebben we verschillende patiënten met succes behandeld via hybride ablatie. Ik hoop en verwacht dat we in de toekomst méér patiënten een nieuwe kans kunnen bieden.’
Meer kansen
Bart knikt. ‘Maar daar zijn extra fondsen voor nodig. Geld waarmee we jonge dokters kunnen aannemen voor onderzoek om precies in kaart te brengen wat de mogelijkheden en resultaten van de hybride benadering kunnen zijn. Bijdragen van het Hart en vaat onderzoekfonds Limburg zijn meer dan welkom. We zien nog wel meer kansen voor deze technieken. Het mooie is dat we hier de krachten bundelen van chirurgen en cardiologen. Dat is echt meer dan de som der delen; en ik ben ervan overtuigd dat deze intense samenwerking nog meer kan opleveren.’