Kies een categorie
Zoeken binnen exclusief
terug naar overzicht

Alle categorieën

Het Franse chanson op de smartphone van moderne ic-arts

Het Franse chanson op de smartphone van moderne ic-arts

Iwan van der Horst: Gastvrijheid als in een hotel, en onvoorwaardelijke liefde.

Zeg je Diederik Gommers, voor Youp van ’t Hek ‘de nationale knuffel-ic-arts’, dan weet half Nederland wie hij is. Noem je de naam van Iwan van der Horst, dan is dat nog even wennen, al zal dat veranderen nu hij diens opvolger is als voorzitter van de intensive cares (NVIC).

Door Jos Benders, arts-redacteur

Nog voor het tot een afspraak komt, verneem ik uit de wandelgangen dat Van der Horst bijzonder is. Ik ga op zoek en ontmoet in het MUMC in Maastricht een bevlogen ic-arts, met als officiële term: intensivist. Hij is hoofd van een afdeling met tweehonderd personeelsleden. In anderhalf uur tijd hebben we het totaal niet over de techniek van een intensive care. Het komt te gaan over Maastricht, zelfs over Franse chansons. Ook over gastvrijheid en de onvermijdelijke Limburgse trekjes. Het wordt een gesprek met de timmerman zonder het over de hamer te hebben. Ik citeer zijn woorden. Aan het einde van de plezierige kennismaking luidt het credo: ‘Besluit je artikel maar met dat we het samen hebben gedaan.’

Het collectieve doen is een leidmotief van de intensivist, hoogleraar. Opgeleid in Leiden, later verhuisd naar Groningen. Enig kind uit een warm gezin waarin vader slager was en moeder bakker. Van der Horst (50) kwam per toeval in de geneeskunde terecht. Omdat zijn mentor op de middelbare school in Delft hem influisterde: ‘Er zit een goede huisarts in jou.’ En zo liet hij de studie geneeskunde zich overkómen. Al weet de jeugdige Iwan op zijn vijftiende al één ding zeker: dat hij de baas is in zijn eigen leven.

Hij luistert graag naar meningen van anderen, hun adviezen ook. ‘Mijn handvaten zijn de overtuiging dat 1. ik het kan, 2. ik zelfstandig kan opereren, 3. ik goed kan luisteren, 4. ik hard kan werken.’ Met een verlichte blik kijkt hij zijn toehoorder aan om te begrijpen dat deze hem volgt. Is hij niet kwetsbaar in dit moeilijke vak? ‘Daar probeer ik omheen te gaan. Zie ik een probleem, dan val ik het aan. Mijn vak kent risico’s, ja. Ook als dingen mislopen, besef dan dat je je best hebt gedaan. En dan voel ik dat ook.’

De secretaresse brengt koffie. Meteen is er voor de buitenstaander de touch van het plezierig omgaan met elkaar. Die richting zal hij de rest van de tijd blijven kiezen. ‘Ik kan niet tegen egoïsten. In mijn vak, maar eigenlijk ook in je gewone leven, moet je er niet op uit zijn dat je iets terugkrijgt voor wat je doet. Ik ben van de unconditional love, onvoorwaardelijke liefde.’ En: ‘Als je wilt dat een boom appeltjes geeft, moet je niet tegen die boom zeggen: Geef appeltjes. Dan moet je hem water geven.’ Het raakt aan zijn visie op teamspirit.

Wielrenners
‘Een wielrenner kan een hartstikke goede wedstrijd rijden en toch niet winnen. De winnaar dankt zijn lauwerkrans aan zijn team, alleen is hij niks. Mijn heilige overtuiging is dat investeren in je team de belangrijkste prioriteit heeft.’

Hoe gaat hij om met de smalle grens tussen leven en dood op de ic? ‘Ik bepleit altijd: niet talmen. Dat leidt tot tijdsverlies. Ik voel me zelfverzekerd maar, daar komt het weer, ik luister altijd naar de ander. Er zit altijd iets goeds in de mening van die ander. Ik laat de kolk van het overleg en het wederzijdse begrip opwaarts draaien.’

Met welk ander vak zou hij zijn beroep als intensivist kunnen vergelijken? Dat van piloot? ‘Nee, met dat van een brandweerman. Of de spil in een gijzeling. Maar ook met een basketballer vanwege die veelvormigheid waarmee hij zijn sport bedrijft.’

Met alle respect, je kan Van der Horst een Hollander noemen - hij laat het mij zonder rimpeling zeggen. Hoe beleeft hij het cultuurverschil tussen noord en zuid? Daarover kan hij kort zijn. ‘In Leiden en in Delft, waar ik de middelbare school doorliep, leef je om te werken. Hier in het zuiden werk je om te leven.’ Of dat nou juist een plus is, laat hij in het midden.

De vraag of hem een lange tijd gegeven is in Maastricht, beantwoordt hij met: ‘Ik ben naar Maastricht verhuisd om hier oud te worden.‘
Om, ermee licht in tegenspraak, erop te wijzen dat het gevaar bestaat dat hij kan worden gevraagd voor een functie elders. Ik vraag hem: U bent bezig met een teamopbouw, hoeveel tijd staat daarvoor?
‘Vijf jaar vanaf nu.’ Ik dien te begrijpen dat de chef-arts bezig is met een missie van teamopbouw, niet van carrièreopbouw.

Samen
‘Ik wil surplus in het team brengen, mijn mensen gelukkiger maken. De sprinter wint omdat de ander hem helpt.’

Heeft hij hobby’s? ‘Wielrennen kijken en boeken lezen. Kom jij ooit een wielerteam tegen waarbij de leiding ontbreekt, zeg het mij. Ik ben gek op teamopbouw.’ Ik doe hem die belofte, al ben ik in de wielersport van de traumahulp, en dat voor alle ploegen, niet voor één team. Waarop de hoogleraar mij de hand reikt en aangeeft dat hij ook mijn team* graag wil leren kennen en, zo gewenst, een peptalk ten beste wil geven.

De afgesproken tijd raakt overschreden. Van der Horst neemt zijn mobiele telefoon, zwijgt even en toetst wat. Om dan te melden: ‘Zo, nu hebben we nog een uur.’ Daarin toont de ic-chef mij een werkstuk van een student aan de Hotelschool over gastvrijheid op een intensive care, op zijn verzoek gemaakt. Hospitality zoals in de beste hotels. Het belang van mediatraining voor artsen komt ter sprake, met als doel de beste houding aan te nemen naar patiënten. Daarop bevestigen wij elkaar, zonder reserve, dat medisch en media niet ver uiteen liggen. Ook een dokter zendt uit. Dat dit optimaal gebeurt, is in een wereld van slangen, infusen, machines een extra dimensie.

Chanson
Als dat punt is gemaakt - ik heb van de ic dan nog helemaal niks gezien, wat ik niet als een gemis beschouw -, glijden we in het onderwerp Franse chansons. Ik vertel de collega dat mijn leven altijd een dubbeling is geweest tussen medisch en media, de eerste vier letters hetzelfde zijn, en ik elke zondag een radioprogramma presenteer op LRL-radio. Van der Horst draait subiet aan de gsm-knoppen. Er klinkt J’aurai les cheveux longs van de mij onbekende Klô Pelgag. ‘Dit is muziek die ook mijn kinderen begrijpen.’ Ik beloof hem op 6 maart, als mijn programma weer draait (door carnaval onderbroken), het nummer te draaien. Het leven naast het medische, we hebben het nodig om het met ons werk in evenwicht te brengen.

Als een collega-professor zijn hoofd om de deuropening steekt, begrijp ik dat deze hem graag, met het weekend voor de deur, even wil spreken. Deze middag heb ik geen patiënt gezien, evenmin een witte jas, en toch was ik in het hart van het ziekenhuis. Maar ik heb de timmerman ontmoet, die zijn hamer liet rusten en zich overgaf aan mens-denken. Voordat hij het geïmproviseerde overleg ingaat, heeft hij nog dit credo: ‘Schrijf maar in Nummer 1: we hebben het samen gedaan.’ Dan rest elkaars dank voor de leuke ontmoeting en roept de plicht.

*Star of Life Team, www.staroflifeteam.eu.

Resultaten

129 resultaten

Wachtwoord vergeten?

Vul hieronder uw e-mail adres in om een wachtwoord reset link te ontvangen.

E-mail adres