Kies een categorie
Zoeken binnen exclusief
terug naar overzicht

Alle categorieën

Amstel Gold Race als tussendoortje

Amstel Gold Race als tussendoortje

‘De honger en frisheid waren soms over het toppunt heen’

Op zondag 10 april verdedigt Wout van Aert zijn overwinning in de Amstel Gold Race. Twaalf maanden geleden wist de Belg van Jumbo-Visma in een millimetersprint met Tom Pidcock Nederlands enige klassieker op zijn naam te schrijven. Dit jaar richt hij zijn pijlen vooral op de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. De Limburgse klassieker is ditmaal eigenlijk een tussendoortje voor hem.

Tekst en fotografie Raymond Kerckhoffs

Voor sommige renners is het een uitdaging om zo vaak mogelijk bepaalde wedstrijden te winnen. Tom Boonen ging voor het record in Parijs-Roubaix (vier zeges), terwijl Philippe Gilbert nog altijd het record van Jan Raas (vijfmaal) in de Amstel Gold Race hoopt te evenaren. Voor Wout van Aert tellen records niet direct. Zijn streven is om een zo gevarieerd mogelijke erelijst te realiseren. Met zeges in sprints, bergen (Mont Ventoux) en tijdritten heeft hij in de Tour de France al zijn veelzijdigheid laten zien.

In de klassiekers was hij al succesvol in Milaan-San Remo, Strade Bianche, Gent-Wevelgem en Amstel Gold Race, maar ontbreken juist nog de twee eendagswedstrijden die bij onze zuiderburen het meest aansprekend zijn: Vlaanderen en Roubaix. ‘Dat die koersen nog op mijn palmares ontbreken, is zeker een reden om bepaalde keuzes te maken’, bevestigt Van Aert wanneer we hem tijdens zijn trainingsstage in het Bonalba Golf Resort in Alicante spreken. ‘Als ik nog nooit wereldkampioen veldrijden was geworden, dan was ik deze winter waarschijnlijk wel naar de Verenigde Staten afgereisd om daar een poging te ondernemen om de regenboogtrui in het cyclocross te veroveren. Nu wil ik me meer focussen op de prijzen die nog ontbreken op mijn erelijst.’

Geen WK veldrijden, geen Strade Bianche en geen klassement in Parijs-Nice. De Belgische kampioen heeft geleerd om bewuste keuzes te maken om een grotere kans te maken om zijn belangrijkste doelen te realiseren. En juist in de Strade Bianche was zijn slechtste prestatie in de afgelopen vier jaar een vierde plek. Van Aert maakte echter een analyse van zijn laatste voorjaren. ‘Ik had steeds het gevoel dat ik aan het begin van mijn voorjaar in een betere vorm stak dan aan het einde van de klassieke periode’, benadrukt hij. ‘Ik herstelde dan net iets minder snel van een inspanning. Daarom hebben we nu voor een langere voorbereiding, zonder WK veldrijden en Strade Bianche gekozen. Ik denk dat ik de Strade Bianche alleen moet rijden wanneer ik daar wil en kán meedoen voor de overwinning. Het is geen koers om de conditie aan te scherpen. Nu is Milaan-San Remo de eerste wedstrijd waar ik echt in topvorm aan de start hoop te staan. Ik heb die wedstrijd drie keer gereden. Een keer heb ik gewonnen, in 2020, en twee keer had ik kúnnen winnen. Dat is zeker een hoofddoel.’

Je maakt dus gerichtere keuzes richting het voorjaar. Heeft dat ook met de leeftijd, inmiddels zevenentwintig jaar, te maken dat je meer naar je doelen moet toewerken?
‘Ik sta bekend als iemand die heel veel wil. Mijn seizoen is altijd goedgevuld met heel veel hoofddoelen. De les van 2021 is dat bij enkele hoofddoelen de honger en de mentale frisheid een beetje weg waren of over het toppunt. Door iets gerichter te kiezen, willen we nu ervoor zorgen dat ik meer op de juiste momenten dat supergevoel heb.’

Hoe moeilijk was het voor jou om het WK veldrijden en de Strade Bianche uit je programma te schrappen?
‘Dat was zeker moeilijk. Ik hoop dat het iets oplevert in de Ronde van Vlaanderen en Parijs Roubaix. Ik ga voor die twee monumenten. Ik weet dat dit een stelling is waar ik achteraf keihard op afgerekend kan worden. Maar het hebben van een visie en het durven kiezen voor bepaalde doelen is iets waar ik volledig achter sta. Ik hoop dat dit mij juist dat extra procentje kan geven in die wedstrijden.’

Als je geen monument wint, is je voorjaar dan mislukt?
‘Oeh… Dat is een directe vraag. Het hangt altijd van de omstandigheden af. Als ik in alle andere wedstrijden in die periode ook niets presteer, dan zal er wel een probleem zijn geweest. Ik weet ondertussen dat je in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix het nodige geluk moet hebben. Alles moet meezitten om een van die twee monumenten te winnen. Ik heb er de laatste jaren niet slecht gereden, maar miste net nog iets extra’s. Door minder koersen te rijden en bewuster naar deze klassiekers toe te werken, hoop ik net dat halve procentje extra te hebben.’

Door de Franse verkiezingen vindt de Amstel Gold Race dit jaar een week eerder plaats. Nu valt de Nederlandse klassieker tussen de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Met welk doel start je in Maastricht?
‘De Amstel staat nu qua ambitie een trapje lager dan die twee andere koersen. Ik heb erover nagedacht hoe ik de periode van twee weken tussen Vlaanderen en Roubaix het beste kan overbruggen. Het is moeilijk om in die periode de topvorm vast te houden zonder een wedstrijd te rijden. De Amstel past nu goed in de voorbereiding tussen deze twee monumenten. In Limburg nog eens voluit rijden en dan nog een goed trainingsblok, moet voldoende zijn om voor Parijs-Roubaix de topvorm te behouden. Ja, in mijn gevoel is de Amstel dit jaar een tussendoortje om de vorm op peil te houden tussen Vlaanderen en Roubaix.’

Met Tiesj Benoot, Christophe Laporte en Tosh Van der Sande zijn bij Jumbo-Visma drie serieuze versterkingen binnengehaald om jou beter te omringen in het voorjaar. Hoe groot is dat verschil?
‘Ik denk dat we met de komst van dat drietal onze kern voor de klassiekers enorm versterkt hebben. In de afgelopen jaren zat ik in de finales, op een paar uitzonderingen na, bijna altijd alleen. Met de kwaliteit die we nu in huis hebben, moeten we zeker met drie à vier jongens nog de finale ingaan. Dat verschil kan van enorme invloed zijn op het wedstrijdverloop.’

Frustreerde het jou een beetje dat je zag dat de ploeg zoveel professioneler naar de Tour toewerkte dan naar de klassiekers?
‘Frustreren is niet het goede woord. Het is wel iets dat besproken is geworden en dat heeft de ploeg toen ook meteen opgepakt. Het is ook wel knap om te zien hoe dat tot deze versterkingen heeft geleid. Voor de Tour werd gezegd dat de hele ploeg op hoogtestage moet gaan om ideaal voorbereid te zijn. Voor het voorjaar was het al prima als de kopman zo’n stage afwerkte. Dat klopte niet. Natuurlijk heb je beperkingen omdat je te maken hebt met budgetten, maar dat speelde in ons geval gelukkig niet. Nu zie je dat we op elk gebied richting de klassiekers ook die professionele stap voorwaarts hebben gezet.’

Vorig jaar spraken we in de Vlaamse klassiekers van de Grote Drie: Julian Alaphilippe, Mathieu van der Poel en jij. Alaphilippe rijdt nu alleen de Waalse klassiekers, terwijl Van der Poel vanuit een langdurige rugblessure moet opbouwen. Gaan we hierdoor een ander voorjaar krijgen?
‘Ik vind dat altijd moeilijk te voorspellen. Mathieu en Julian zijn niet de eerste de besten, maar elk voorjaar zie je ook weer nieuwe jongens opstaan. Wie had vorig jaar voorspeld dat Kasper Asgreen met de zeges in de Ronde van Vlaanderen en Harelbeke de grote man zou zijn? Je moet toch altijd tot in die periode afwachten om te zien wie de belangrijkste concurrenten zullen zijn.’

Resultaten

129 resultaten

Nummer 1 Leden Inlog

U kunt hieronder inloggen om deel te nemen aan onze lezersacties.

E-mail adres  
Wachtwoord  

Wachtwoord vergeten?
Maak een nummer1 account aan