Als het laatste consult in zicht komt
Mirjam Willemsen, zelf huisarts en ongeneeslijk ziek: ‘Ik hoop dat mijn boek openheid geeft tot gesprekken over doodgaan en het taboe op sterven vermindert.’
Ze staat bekend als een bevlogen huisarts. Ineens is daar de ontijding dat ze zelf ernstig ziek is en niet meer te genezen. Van de nood maakt ze vervolgens een deugd, door haar noeste ervaringen te delen. In een innemend boek dat momenteel de vierde druk beleeft, getiteld Het laatste hoofdstuk. Daarin vertelt ze het levendige verhaal van de weg naar de onvermijdelijke dood. En vooral: wat iedereen hieruit kan leren. Nummer 1 sprak met dr. Mirjam Willemsen (49), huisarts in Heerlerheide. Ze is een open boek.
Door Jos Benders, arts-redacteur
Een dokter die de kracht heeft met haar eigen levenseinde monter om te gaan. Hoe doet ze dat?
‘Het accepteren van mijn eigen lot en sterfelijkheid geeft mij juist kracht om door te gaan. Ik heb hierdoor meer begrip gekregen van de levensvragen die op m’n pad komen. Door gemerkt te hebben dat binnen de zorg maar ook binnen mijn persoonlijk netwerk hier te weinig aandacht voor is, ben ik extra gemotiveerd en krijg ik de kracht om dit te verbeteren. Het geeft me meer kwaliteit van leven omdat het me zingeving geeft.’
Zijn dit ook de aspecten die u in uw boek per se naar voren wilde laten komen?
‘Ik wilde vooral de nadruk leggen op de levensfase van mensen tot aan de diagnose en erna. Wat zijn juist in die fase de waardevolle momenten, herinneringen en de kijk op het huidige leven? En hoe passen we de mogelijke behandelingen hierop aan? Ook de rol van geloof en spiritualiteit is van belang bij beslissingen die mensen en hun naasten nemen rondom het levenseinde.’
Gaan praktiserende artsen, in het algemeen, goed om met de kwestie einde leven, vindt u?
‘Geloof me, ook voor artsen is palliatieve zorg vaak een uitdaging. Het is niet normale geprotocolleerde zorg. Naast zorgen dat we de lichamelijke klachten goed behandelen en de patiënt zich fysiek zo goed mogelijk voelt, moet er ook aandacht zijn voor de emoties en psychische symptomen. Soms zijn de normen en waarden van de patiënten en hun naasten heel anders dan die van de dokter. Toch is het belangrijk begrip te hebben en mee te gaan in de beleving van de patiënt. En als dit toch niet gaat, bijvoorbeeld bij een aanvraag euthanasie waar een arts niet achter staat - en dat mag altijd! -, dit toch eerlijk te vertellen en samen een oplossing te zoeken waar beiden zich in kunnen vinden.’
U beweert stellig in uw boek dat een goed levens-einde mogelijk is.
‘Ja, maar een goed levenseinde is voor iedereen heel persoonlijk en voor iedere persoon anders, afhankelijk van hoe de mens in zijn leven staat. Beantwoord moet zijn wat de patiënt wil en wat belangrijk voor hem of haar is in het leven vóór het sterven zelf. Wat zijn de wensen en doelen? Zijn er misschien ook angsten voor het stervensproces of de weg ernaartoe?’
Hoe begeleidt u in uw praktijk die weg ernaartoe?
‘Door het normaliseren van gevoelens van angst, verdriet, onzekerheid en pijn. Ik kan en hoef niet altijd alles op te lossen, maar erover spreken en eerlijk en open zijn, dat is belangrijk. Luisteren is vaak ook al genoeg. Het gevoel dat iemand je begrijpt is heel belangrijk. Het geeft vertrouwen in de onzekere toekomst en het gevoel dat je alles kan en mag bespreken.’
U oogt monter en opgewekt. Hoe denkt u over uw eigen dood?
‘Ik ben niet bang voor de dood. Ik geloof in de circle of life waarbij ik gewoonweg na mijn overlijden weg ben. Ik geloof niet in God of een ander hiernamaals of reïncarnatie. Dat maakt het voor mij nu rustig en niet angstig voor de dood zelf. Wel ben ik bang voor lichamelijke achteruitgang, pijn, kortademigheid en andere lichamelijke klachten waar ik mogelijk last van ga krijgen in de weg naar het overlijden toe. Vooral omdat ik juist geniet van het leven, en er zoveel mogelijk uit wil halen zolang ik mij nog goed voel. Waar de grens gaat liggen, kan ik heel moeilijk voorspellen. Als ik daar soms over nadenk, ben ik zeker weleens down en verdrietig. Daar probeer ik dan met mijn man en coach zoveel mogelijk over te praten om het weer een plek te geven.’
Wat zijn, met uitzicht op het einde, uw persoonlijke drijfveren?
‘Mijn persoonlijke drijfveren zijn vooral zoveel mogelijk tijd doorbrengen met mijn gezin en samen herinneringen maken. Ik wil zoveel mogelijk met hen praten, uitleggen, zodat ze begrijpen waarom ik keuzes maak. Ik ben ook druk bezig met het maken van fotoboeken, brieven en herinneringen. Ik heb bijvoorbeeld ook mijn levensverhaal geschreven samen met iemand die dit voor mensen in mijn situatie doet. Dat is een boek dat alleen voor mijn gezin beschikbaar is.’
En hoe ligt dit binnen uw professie van huisarts?
‘Ik werk nog twee dagen per week als huisarts. Binnen mijn professie besteed ik veel aandacht aan het bespreekbaar maken van alle aspecten binnen de palliatieve zorg en het taboe rond sterven te verminderen en net zo normaal te maken als geboren worden.’
Zonder dat ik u hier expliciet naar vraag, bent u heel open in het praten over uw eigen dossier.
‘Ik heb eind augustus te horen gekregen dat mijn longkanker niet meer stabiel is, ondanks de vier kuren chemotherapie. Ik heb zelf met mijn gezin gekozen nu geen nieuwe chemotherapie te ondergaan, maar vooral te kiezen voor kwaliteit van leven en te genieten van wat nog kan. Dat geeft wel onzekerheid omdat ik geen idee heb hoe lang het nog goed gaat, maar ik ben heel blij dat ik niet ziek, kaal en misselijk alleen maar binnen zit. Als ik kijk wat ik sinds eind augustus allemaal al voor mooie dingen heb gedaan die niet zouden kunnen als ik die behandeling wel had gedaan, ben ik ook tevreden en opgelucht over die beslissing. De tijd zal het nu leren.’