Kies een categorie
Zoeken binnen exclusief
terug naar overzicht

Alle categorieën

Alle pijlen op Parijs

Alle pijlen op Parijs

Nummer 1 spreekt Lotte Kopecky

Met de wereldtitel op de weg heeft Lotte Kopecky zich in het wielermaffe Vlaanderen qua populariteit op gelijke voet geplaatst met Wout van Aert, Remco Evenepoel en Mathieu van der Poel. Op de Vlaamse kasseien, in de heuvelzones, op de piste en ook in het hooggebergte behoort Kopecky tot de absolute wereldtop. Inmiddels heeft ze haar contract bij haar ploeg Team SD Worx-Protime, die nog altijd in Limburg is gevestigd, verlengd tot en met 2026. Van het prille voorjaar tot en met de Olympische Spelen van Parijs hoopt Kopecky dit seizoen overal weer voor de prijzen mee te strijden. Nummer 1 sprak haar tijdens het trainingskamp van de ploeg in het Spaanse Jávea. 

Tekst en fotografie RAYMOND KERCKHOFFS

Een ruim huis net buiten Jávea is al jaar en dag het thuis van de ploeg aan de Spaanse Costa Blanca. Het lijkt wel alsof het hele peloton in december en januari in dit deel van Spanje overwintert. De aangename temperaturen van zo’n vijftien graden en de blauwe hemel met een zacht zonnetje zorgen ervoor dat de eerste honderden kilometers van het jaar ietwat makkelijker worden afgelegd. Kopecky is een van de vrouwen in het team die in deze periode van het jaar graag nog een extra uurtje op de fiets zit. Over haar werklust heeft ploegleider Danny Stam niet te klagen. ‘Lotte is een prachtatleet om mee te werken. Het lijkt wel alsof ze één blok spieren is’, geeft hij aan. ‘Er zit zo veel kracht in haar. Ze is ongekend sterk. Het is mooi om te zien dat ze nog altijd in staat is om haar grenzen te verleggen.’ 

In de twee jaren dat Kopecky met Stam bij Team SD Worx-Protime werkt, heeft de Vlaamse zich opgewerkt van een groot talent tot een superkampioene. De manier hoe ze het afgelopen jaar voor de tweede achtereenvolgende keer de Ronde van Vlaanderen won en de hele concurrentie achter zich liet op het WK in Glasgow, was indrukwekkend. Maar ook hoe ze in de Tour de France Femmes voor het eerst in haar loopbaan in het hooggebergte met de wereldtop op de Col du Tourmalet wedijverde en naar een tweede plek in die ronde reed. ‘Goh, in mijn stoutste dromen dacht ik wel van: stel je voor… Maar realistisch gezien achtte ik het nooit mogelijk om op het podium van de Tour de France te eindigen’, is Kopecky eerlijk. ‘Ik denk dat niemand dat ooit had durven voorspellen. Ik heb me in die ronde overtroffen. Alles leek in die dagen wel te lukken. Voor die goede prestatie heb ik nog altijd geen goede verklaring. Ik merk dat ik elk jaar nog grote stappen blijf zetten. Jaar na jaar word ik in de koers ook zelfverzekerder. Ik weet beter waar ik mee bezig ben, hoe de puzzelstukjes van de koers in elkaar vallen. Ik ben heel blij met de ontwikkeling die ik gemaakt heb en die ik hopelijk nog verder kan zetten.’

HAD JE VIJF JAAR GELEDEN VERWACHT DAT JE TOT ZO’N GROTE KAMPIOENE KON UITGROEIEN?
‘Nee, dat had ik niet verwacht. Al op jonge leeftijd besefte ik wel dat ik vrij goed kon fietsen, maar ik was bij de jongerencategorieën zeker geen Remco Evenepoel die toen elke wedstrijd naar zijn hand zette. Maar misschien maakt dit latere ontbolsteren het alleen maar leuker. Ik verbaas mezelf nog altijd.’ 

Met haar prestaties heeft Kopecky een groot aandeel in de successen van Team SD Worx-Protime, waar de geboren en getogen Maastrichtenaar Erwin Janssen sinds jaar en dag de teammanager is. Vorig jaar wist de ploeg liefst drieënzestig overwinningen te boeken. Naast Kopecky zijn Demi Vollering, Lorena Wiebes, Marlen Reusser en onder anderen Mischa Bredewold de kopstukken van het team. ‘Het is geen nadeel om met een aantal goede rensters bij elkaar te zijn’, vervolgt Kopecky. ‘Samen drijven we elkaar al op de trainingskampen naar een hoger niveau. We proberen elkaar te triggeren of te motiveren door voor het komende seizoen samen bepaalde doelen te stellen. In de wedstrijden is het een enorme meerwaarde om een topper als Demi naast me te hebben. Als je voelt dat het in een zekere koers jouw dag niet is, dan staat er nog altijd iemand anders. Of anders Marlen Reusser of iemand anders. Dat maakt het voor mij zo makkelijk koersen. Dat neemt zo veel druk weg. Ik denk dat dit gegeven me ook naar dit hogere niveau heeft getild. Enkel door te weten: het moet niet.’ 

Dit seizoen wil ze vooral Parijs met gouden letters schrijven. In het voorjaar is Parijs-Roubaix haar grote doel. In de zomer wil je tijdens de Olympische Spelen in de Franse hoofdstad zowel op de piste als in de wegwedstrijd vooral voor die ene medaille gaan. ‘Al drie jaar richt ik me op deze klassieker. De Noord-Franse kasseien liggen me goed. Twee jaar geleden eindigde ik er al als tweede. Maar ik heb ook gezien dat alles daar moet meezitten. In een vingerknip kan het over zijn, zie mijn crash vorig jaar. Daarom vind ik het gevaarlijk om me vol en uitsluitend op deze Hel te richten. Ik ga dus voor het hele plaatje vanaf Omloop Het Nieuwsblad, maar ook met Strade Bianche, Ronde van Vlaanderen en later Amstel Gold Race en Luik- Bastenaken-Luik.’ In de Limburgse klassieker stond Kopecky vorig jaar voor het eerst aan de start. Met twijfels, want ze was niet helemaal overtuigd of ze de opeenvolging van de Limburgse heuvels goed zou doorstaan. ‘Bij mijn debuut in de Amstel Gold Race reed ik al sterk. De afspraak was dat Demi Vollering boven op de Cauberg zou aanvallen. Ik keek haar even aan en we wisten direct wat we van elkaar op dat moment verwachtten. Ik had in mijn hoofd dat wanneer Demi zou aangegeven dat het niet meer ging, ik daar zelf mijn aanval wilde plaatsen. Het is een wedstrijd die me ligt. Dat heb ik later ook nog bewezen door de Limburgse rit in de Simac Ladies Tour met finish op de Cauberg te winnen. Luik heb ik nog nooit gereden. Toch acht ik me na afgelopen seizoen in staat om in die klassieker ook mee te spelen om de overwinning.’

Op de Olympische Spelen in Parijs gaat ze de baan met de weg combineren. Het omnium en de koppelkoers op de piste en de wegen tijdrit bieden haar vier mogelijkheden om voor de medailles te gaan. ‘Ik denk dat de grootste kans op succes de wegwedstrijd is. Al blijft zo’n wedstrijd met kleine ploegen (Nederland, België en onder andere Italië rijden met enkel vier rensters, red.) heel onvoorspelbaar. Als ik in een goede conditie ben, dan moet ik verder ook op het omnium mee kunnen doen voor de medailles.’ 

Al waakt Kopecky er zeker voor dat het niet altijd zo voorspoedig loopt als in het succesjaar 2023. ‘Ik weet dat niet elk jaar zo succesvol gaat zijn als vorig seizoen. Hetzelfde geldt voor de ploeg. Hoe we gekoerst hebben en hoe succesvol we waren in 2023, dat ga je geen tweede jaar doen. Daar moeten we onszelf van bewust zijn. Al zullen we wel met dezelfde instelling aan de start staan, dat we die koersen willen winnen.’

Resultaten

291 resultaten

Nummer 1 Leden Inlog

U kunt hieronder inloggen om deel te nemen aan onze lezersacties.

E-mail adres  
Wachtwoord  

Wachtwoord vergeten?
Maak een nummer1 account aan