40 jaar 400 nummers
Beste lezer,
We openen dit magazine niet met één pagina voorwoord, zoals gebruikelijk, maar verdubbelen de beschikbare ruimte. Niet zonder reden. Voor u ligt namelijk de speciale jubileumeditie, nummer vierhonderd. Veertig jaar Nummer 1, een bijzondere mijlpaal, waar veel over te vertellen is. De duik in de geschiedenis voor de totstandkoming van deze jubileumuitgave was een feest op zich.
Met veel plezier bladerde ik pagina voor pagina door de eerste Nummer 1 ooit, uitgegeven in juli 1984, exact vier decennia terug in de tijd. Ik was toen twaalf jaar en vooral bezig met de overgang van basis- naar middelbare school. Geenszins met een eventuele loopbaan in de media- en uitgeversbranche, al ging het toen dagelijks aan de keukentafel bijna uitsluitend over één ding: Nummer 1. Tot op heden is dat overigens niet veranderd. Op de coverfoto de Amerikaanse atleet Carl Lewis samen met zijn zus Carol. Daarboven het oorspronkelijke logo in de kleuren geel, rood, wit en zwart, waaruit het geel sinds 1989 is verdwenen. Aankondigingen van interviews en verhalen over de Olympische Spelen, Gerrie en Gré Knetemann, statussymbool en legende Rolls Royce, de opmars van de jeans in een moderubriek en achtergronden over het Belgische voetbalschandaal door sportverslaggever Rik De Saedeleer. In de colofon onder anderen Jean Nelissen als lid van de hoofdredactie. Fotograaf Tonny Strouken maakte destijds ook al deel uit van het team en is veertig jaar later nog steeds betrokken bij Nummer 1.
Verleden en heden zijn wat dat betreft in sommige opzichten nog steeds met elkaar verweven. Binnenin tal van adverteerders, waarvan een groot aantal nog steeds met media-uitingen op tv, radio en in print de Nederlandse huiskamers bereikt. Sommige merken zijn inmiddels ter ziele. Een mengeling van nostalgie, positieve verbazing en herkenning maakt zich, al bladerend door het rijke Nummer 1-verleden, van mij meester. Philips Video 2000, Skol pilsener bier en Henkes jonge jenever komen voorbij, evenals Calvé Quick Pizza Spread, Kodacolor, Pulsar Quartz, Pickwick van DE, Vogue, Seven-Up, L’Oréal, Duyvis en Coca-Cola. Opmerkelijk: op liefst twee pagina’s de Calvé Pindakaas-reclame met Petje Pitamientje, anno 2024 weer helemaal terug van weggeweest. Bij het zien van die bewuste reclame is bij mij de kiem gelegd voor mijn latere liefde en fascinatie voor het fenomeen reclame. De meesten zappen weg zodra het reclameblok begint. Ik daarentegen blijf gebiologeerd kijken, benieuwd hoe reclamebureaus producten en diensten telkens weer opnieuw in de markt zetten. Ik kan werkelijk waar echt genieten van een goede, pakkende commercial.
De titel Nummer 1 werd in 1984 gelanceerd als Sportief Familieblad, zoals ook vermeld boven het logo. Met behulp van een door onderzoek en lezerstests ontwikkelde redactionele formule, werd het tijdschrift enthousiast ontvangen door de brede lezerskring. En groeide voor met name de nationale adverteerder algauw uit tot een uiterst efficiënt advertentiemedium. Er zijn mediacijfers waar ‘knappe koppen’ behoorlijk van blozen, was de slogan op een mediakit uit die beginperiode - let vooral ook op de aanhalingstekens. Toen al een bereik van veertig procent. Oprichter en uitgever John Vranken reisde het hele land door om adverteerders te werven, de hoofdredactie zorgde voor spraakmakende interviews, om met de woorden van Jean Nelissen te spreken. Een vliegende start. Nummer 1 slaagt er succesvol in om in te spelen op veranderingen, al veertig jaar lang, en heeft een sterke band met zijn lezers opgebouwd. Het magazine presenteert kwalitatieve en betrouwbare content en blijft relevant door zich voortdurend aan te passen aan de veranderende mediaconsumptiemarkt.
Het verschijnen van de eerste Nummer 1 viel samen met de Olympische Spelen, net als nu. Destijds in Los Angeles, thans in Parijs. In het betreffende voorwoord lezen we dat het utopisch is te veronderstellen dat menselijke onvolkomenheden ophouden te bestaan bij het ontsteken van een (olympische) vlam, terwijl nog elke dag de aarde openscheurt door het geweld in Libanon, Irak, Iran, Afghanistan. De conclusie wordt getrokken dat de wereld onvolmaakt is en dat ook nog wel enige tijd zal blijven. In dat opzicht is er sindsdien weinig veranderd.
Het hoofdartikel met bijbehorende cover in deze jubileumeditie, een interview met Toon Hermans geschreven door Jean Nelissen in april 1997, leek ons een uitstekende keuze om deze mijlpaal te accentueren. Betreffend interview heeft in meerdere opzichten veel nostalgische waarde en emotionele betekenis voor ons als familieonderneming met een lange traditie. U leest het volledige interview vanaf pagina 14. Voorts een interview met John Vranken over veertig jaar Nummer 1, drie spreads met terugblikken op de rijke inhoud van het magazine door de jaren heen en een interview met Dave Vranken over de technische ontwikkelingen en de unieke distributie.
Tevens vermeldenswaardig is de iconische cartoon van Johan Cruijff getekend door Dik Bruynesteyn, gepubliceerd in editie vijf, december 1984, naast de Engelse ossestaartsoep (destijds zonder tussen-n) van Honig. Dik Bruynesteyn was een bekende Nederlandse striptekenaar en cartoonist. In zijn werk was sport een vaak terugkerend thema. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw had hij een dagelijkse krantenstrip, Appie Happie, in veel Nederlandse dagbladen over een
voetbalelftal, waarmee hij zijn grootste bekendheid kreeg. De cartoon vindt u op pagina 66.
We wensen u veel leesplezier met deze speciale uitgave en hopen dat u net zo trots bent op veertig jaar Nummer 1 als wij. In september zijn we terug met editie 401. Op naar een nieuwe mijlpaal. Fijne zomervakantie.
Daniëlle Vranken