BLOG | 'T is toch mijn geld niet
'T is toch mijn geld niet
Uitgave september 2024
‘How can you see that a lawyer lies?’, vroeg mijn Californische oom Jos van de Mortel, vader van nog een Joseph A. van de Mortel, Ph.D. in Philosophy and also available for roof and cabinet work, me benieuwd aankijkend. ‘When he moves his lips’, was het antwoord. Met zijn vrouw en drie kinderen geëmigreerd kort na de Tweede Wereldoorlog omdat ons dorp vergeven was van de aannemers en bouwvakkers, hij de jongste was in de familie van destijds en er woonde al familie van zijn vrouw uit het westen van het land, had ie daar een redelijk succesvol bouwbedrijf opgericht mede vanwege de enorme behoefte aan houten katholieke kerken. Er wordt vooral in hout gebouwd in Californië, dus liet hij zijn kinderen veel met lucifers spelen. ‘Dan brandt er zo nu en dan eens eentje af en kan ik weer opnieuw beginnen.’ Hij had ook weleens een rechtszaak, waar ik me vooral van kan herinneren: ‘Ge weent wel, mer ge weent niks’, sprak hij in zijn Brabo-Engelse dialect. Je was een hele werkdag kwijt, je advocaatkosten werden nauwelijks gedekt, reiskosten naar de rechtbank in het centrum van Los Angeles kwijt, dus het was een moetje waar die niets aan overhield ondanks de toewijzing van zijn vordering.
Ook wij proberen het zoveel mogelijk te voorkomen, rechtszaken, maar je wordt op iets aangesproken vermits je je wilt verdedigen, of het is contractueel overeengekomen dat je voor iets naar de rechter moet als je er onderling niet uitkomt, of je hebt een vordering waar je de ander op aan wilt spreken. Een heel enkele keer hebben we een rechtszaak gehad in het algemeen belang. Gewoon, om eens te bezien hoe dat dan gaat, en uit irritatie over incompetentie. Zo begonnen we een staatssteunzaak over de aankoop door de gemeente Heerlen van het Maankwantoor (die w erbij is een gebbetje) in het prestigeproject - echter debacle geworden - Maankwartier voor de somma van bijna elf miljoen euro. Uiteindelijk oordeelde het Hof Den Bosch dat het kantoor vier miljoen te duur was geweest en dat bedrag te veel aan de aannemer was betaald.
Wonderlijk genoeg wenste de gemeente het vonnis niet uit te voeren. En produceerden ze achteraf een rekensommetje aan de gemeenteraad waarbij ze, ondanks betaling van de vier miljoen te hoge koopsom zeven jaar eerder, ook nog zeven jaar huur hadden moeten betalen voor hun eigen pand dus, en volgens de berekening nog eens twee en een half miljoen aan die aannemer moesten betalen, die die door de ambtenarij zelfverzonnen nieuwe tegoedbon gratis gekregen van de gemeente terug cadeau gaf, volgens de volslagen absurde rekensom waarbij zij het pand dan toch weer voor de nieuwe, lagere waarde aankochten. In plaats van in het algemeen belang gewoon die vier miljoen op te halen bij de aannemer, een miljardenbedrijf, samen met hen optrekken om die staatssteun niet te repareren.
Later won ik nog een rechtszaak bij de Raad van State tegen dezelfde gemeente inzake informatie in het kader van de Wet open overheid, tevens een uitspraak waar geen beroep meer tegen openstond maar waar de gemeente evengoed geen uitvoering aan wenste te geven. Het Maankwantoor komt binnenkort leeg, het Maanhotel (9500 vierkante meter) is voor leegstand gebouwd. Ook de Open Universiteit gaat er niet naartoe verhuizen. En het project bulkt verder ook van de leegstand en de bouwfouten. Ge weent wel, mer ge weent niks. En het blijft maar geld kosten, dat prestigeobject. Het is toch hun geld niet.