De aanhouder wint
Juli uitgave 2025
Het blijft uitzonderlijk en ook spannend wanneer je een zaak ter beoordeling voorlegt aan onze hoogste rechter, de Hoge Raad. Uitzonderlijk omdat je je niet neerlegt bij de voorafgaande rechterlijke oordelen die in de zaak werden gegeven. Spannend omdat je tevoren niet weet hoe de Hoge Raad gaat oordelen, maar anderzijds deze stap niet neemt als je er niet in gelooft.
Dat was niet anders in de kwestie waarover de Hoge Raad recent oordeelde. Als gevolg van een fout in het ziekenhuis in 2003(!) raakte onze cliënt zwaar geïnvalideerd en werd hij volledig hulp-, zorg- en rolstoelafhankelijk. Het ziekenhuis erkende de fout en moest de schade van cliënt vergoeden. Dat schadevergoedingstraject verliep echter uiterst moeizaam.
Een van de schadeposten betrof de zorgverlening ten behoeve van cliënt. Om in zijn zorg- en hulpverlening te voorzien, maakte cliënt gebruik van professionele hulp. Maar omdat 24 uurszorg in zijn situatie vereist is en die zorg niet altijd (adequaat) kon worden geleverd door de professionele zorgverleners, sprongen ook familie en vrienden bij wanneer dat nodig was. Voor die zorgverlening door familie en vrienden werd door onze cliënt geen vergoeding betaald (omdat hij daar ook de middelen niet toe had). Op basis van eerdere rechtspraak van de Hoge Raad claimden we namens cliënt niettemin vergoeding voor die zorgverlening. Het ziekenhuis weigerde dat en een procedure (ook over andere schadeposten) werd noodzakelijk, met uiteindelijk de Hoge Raad als eindstation. Bij de Hoge Raad volgt dan eerst een advies van de advocaat-generaal (AG). Dat advies was negatief voor onze visie en daarmee een domper. Het recente eindoordeel van de Hoge Raad (6 juni jongstleden) viel echter positief uit en bevestigde dat we deze claim terecht hadden ingesteld. Daarmee realiseerden we niet alleen een voor onze cliënt belangrijke uitspraak, maar (inmiddels voor de vijfde keer) ook voor de letselschadepraktijk. Het zal er hopelijk toe leiden dat we deze slepende kwestie voor cliënt eindelijk kunnen afronden.
Voor de lezer die meer juridisch geïnteresseerd is in deze kwestie, verwijs ik graag naar navolgende link van onze cassatieadvocaat, waarin ook opgenomen de link naar het volledige arrest: www.vscc.nl/34298-2.

