Hoofd, hart en handen
April uitgave 2025
Als iemand mij vraagt wat voor werk ik doe, aarzel ik meestal even. 'Ik ben bestuurder, zeg ik dan. Waarop de ander vriendelijk knikt - met een blik die zegt: geen flauw idee. Eerlijk gezegd: ik snap het wel. Bestuurder klinkt vaag. Als je kok bent of elektricien, timmerman of verpleegkundige, hoef je niets uit te leggen. Soms denk ik: Als niemand precies weet wat ik doe, hoe belangrijk kan het dan eigenlijk zijn? Had ik maar een vak moeten leren, verzucht ik soms met zelfspot. Die nuchtere, bijna sarcastische volkswijsheid blijkt actueler dan ooit. Onderzoekers van Ipsos vingen het sentiment in cijfers met een recent gepubliceerd onderzoek: 91 procent van de Nederlanders vindt het tekort aan vakmensen een serieus probleem. Wachttijden voor schilders, hoveniers en installateurs lopen op, tegelijkertijd denkt 88 procent dat theoretisch onderwijs meer aanzien geniet dan praktisch. Toch staat bijna een derde van de Nederlanders open voor een vakopleiding of omscholing. Stel, ik besluit een halfjaar niet te werken, dan hebben we niet direct een probleem. Zonder vakmensen komt ons land echter letterlijk tot stilstand. We willen blijkbaar toch graag iets dóén - iets tastbaars.
Dat bleek ook in de RAI Amsterdam, waar medio maart het Nederlands kampioenschap voor beroepen plaatsvond. Zeshonderd (v)mbo-talenten streden om een plek op het podium. Onze Limburgse trots? Acht studenten van Gilde Opleidingen, actief in vakgebieden als handhaving, bakker, kapper, patissier en meubelmaker. Het duo Quint Monfils uit Tegelen en Emircan Marangoz uit Venlo behaalde een bronzen medaille in Cyber Security.
Deze jongeren leren hun vak met hoofd, hart en handen. Wat zij doen is concreet: maken, bouwen, zorgen. Zó tastbaar. En tegelijk een stille oproep tot cultuurverandering. Want als ouders alleen dromen van een kind op de universiteit, verliezen we iets kostbaars. Een vak vraagt om creativiteit, om precisie. En ja, vooral: trots. Laat dat doorklinken in elke studiekeuze. Want wie monteert, is net zo belangrijk als wie promoveert.